4.5 Expertise en contra-expertise
4.5.1 Vergoeding van de kosten
Met name bij brandverzekeringen en verzekeringen die daaraan verwant zijn, heeft de verzekerde het recht op een contra-expertise op kosten van de verzekeraar. Tot welke hoogte die kosten worden vergoed, is per maatschappij ver- schillend. Vaak is bepaald dat er niet
meer kosten voor de contra-expertise worden vergoed, dan de kosten die voor de expertise in opdracht van de maatschappij in rekening zijn gebracht.
Al in het jaarverslag over 1996 is geconcludeerd dat deze beperking met het principe van ‘equality of arms’ in strijd is. Omdat immers de tijdsbesteding en de inspanning voor de contraexpertise niet per definitie gelijk hoeven te zijn aan die voor de expertise in opdracht van de maatschappij, kan de diepgang van de contra-expertise door de begrenzing van de vergoeding worden belemmerd. Destijds al heeft de Ombudsman een pleidooi gehouden voor een bespreking van dit probleem tussen (de brancheorganisaties van) brandverzekeraars en expertisebureaus. Dit pleidooi heeft alleen maar aan belang gewonnen sinds verzekeraars en expertisebureaus afspraken over bulkschaden maken, waarbij de verzekeraars een zekere opdrachtenstroom garanderen en de expertisebureaus, naar ik mag aannemen, een scherpe prijs berekenen.
Contra-experts die met deze prijs worden geconfronteerd, zullen niet snel een opdracht accepteren of deze wat tijdsbesteding en inspanning betreft slechts beperkt uitvoeren, want zij hebben geen zekerheid dat hun cliënten hen zullen bijbetalen. Deze ontwikkeling schaadt het principe van ‘equality of arms’ zeer. In een maatschappij met bewuste consumenten vind ik het dan ook een slechte ontwikkeling.
Een neveneffect is bovendien dat het aantal arbitrages erdoor toeneemt. Contra-experts die met maatschappijexperts van mening verschillen, zullen immers eerder voor arbitrage kiezen, want hun declaratiemogelijkheden zijn beperkt, terwijl de vergoeding van arbitragekosten niet aan een maximum is gebonden.